God aan den lijve ondervinden © Franciscaans Studiecentrum 2012 www.franciscaan

God aan den lijve ondervinden © Franciscaans Studiecentrum 2012 www.franciscaans-studiecentrum.nl Omslag “De Hemel” van Antje Veldstra, van wie ook de tekeningen in dit boek zijn. www.antje-veldstra.nl Uitgever Discovery Books www.discoverybooks.nl ISBN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotocopie, microfilm, of op welke an- dere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, pho- toprint, microfilm of any other means, without written permission from the publisher God aan den lijve ondervinden Lichamelijke spiritualiteit volgens Franciscus en Clara Willem Marie Speelman Discoverybooks/Leeuwarden 2012 Inhoudsopgave Inleiding iii I Het lichaam in de franciscaanse spiritualiteit 7 II Het lijf en het lijk 16 III Kleine geschiedenis van het lichaam 21 IV Systematiek van de lichamelijke verhoudingen 30 V Inleiding tot project lichamelijke spiritualiteit 37 Lichaam als locus van spiritualiteit VI Keren 43 VII Vasten 55 VIII Dragen 65 Lichaam als medium van spiritualiteit IX Onderweg zijn 81 X Waarnemen 95 XI Werken 112 Lichaam als imago van spiritualiteit XII Uitzicht: het lichaam als imago 127 XIII Voorbeeld volgen 136 XIV Zelfbeeld 153 XV Imago Dei: beeld van en naar God 168 Epiloog 180 Literatuurlijst & franciscaanse websites 183 ii Aangehaalde geschriften van Franciscus 1BrGel Brief aan de gelovigen, eerste redactie 1RegMB Regel van de minderbroeders, voorlopige redactie 2RegMB Regel van de minderbroeders RegKl Regel voor de kluizenarijen Test Testament Wijs Wijsheidsspreuken ZonL Zonnelied of Lofzang der Schepselen Aangehaalde geschriften van Clara 1BrAgn De tweede brief van Clara aan Agnes van Praag 2BrAgn De tweede brief van Clara aan Agnes van Praag 3BrAgn De tweede brief van Clara aan Agnes van Praag 4BrAgn De tweede brief van Clara aan Agnes van Praag RegCl Regel van Clara Aangehaalde franciscaanse bronnen Begin Het begin van de orde der mindere broeders, in Herinnerin- gen aan broeder Franciscus. Haarlem: Gottmer, 1985, pp. 153-180. 1Cel Het Leven van Sint-Franciscus, in Thomas van Celano, De oudste verhalen over Franciscus van Assisi. Haarlem: Gott- mer, 2006. 2Cel Gedenkschrift van Franciscus’ daden en deugden, in Thomas van Celano, De oudste verhalen over Franciscus van Assisi. Haarlem: Gottmer, 2006. Clara Clara van Assisi. Geschriften, Leven, Documenten. Haarlem: Gottmer, 1996². Fioretti De Fioretti. Verhalen over Sint-Franciscus. Haarlem: Gott- mer, 1999. 3Gez Franciscus van Assisi. Verhaal van de Drie Gezellen. Haar- lem: Gottmer, 1977. Herinn Herinneringen aan broeder Franciscus. Haarlem: Gottmer, 1985. LegMaj Bonaventura, Leven van Franciscus van Assisi, Grote le- vensbeschrijving (Legenda Major). Haarlem: Gottmer, 1976. MinM Het was een min mannetje om te zien. Verspreide getuigenis- sen over Franciscus en zijn broeders uit de dertiende eeuw. Haarlem: Gottmer, 1989. Heilig verbond Het heilig verbond van de zalige Franciscus met Vrouwe Armoede. Haarlem: Gottmer, 1980. iii Inleiding In de voorbereiding op een college schreef ik een jaar of wat geleden de volgende zin: “In de zomer van 1224 trok Franciscus van Assisi zich terug op de berg La Verna om daar te vasten tussen Maria Ten- hemelopneming (15 augustus) en Aartsengel Michaël (29 septem- ber).” Ik las de zin nog eens terug en dacht opeens aan de kou en de vochtigheid die ik had gevoeld toen ik een paar maanden daarvoor op La Verna was geweest. Ik merkte dat wij, wetenschappers, geïnteres- seerd zijn in de vraag waarom Franciscus daar toen vastte en of er in- derdaad veertig dagen (minus de zondagen) tussen 15 augustus en 29 september zitten. Maar de vraag hoe het voelt om zo lang te vasten in de eenzaamheid van een koude en vochtige berg wordt niet gesteld. Toch is de betekenis van die veertigdaagse vasten van Franciscus op La Verna in 1224 volstrekt niet los te zien van de lichamelijke erva- ring van het vasten zelf. Het vasten roept namelijk een lichamelijke respons op, en dat is niet alleen een gevoel van honger. Het vasten brengt het lichaam ook tot rust en maakt het gevoeliger en opener. Door te vasten komt een mens dichter bij zichzelf en wordt hij meer open voor de ander. Als dus gezegd wordt dat Franciscus vastte ter ere van Maria en Michaël, dan weet iemand die zelf heeft gevast dat Franciscus toen sterker betrokken moet zijn geweest bij zichzelf, in zijn kwetsbaarheid, en in zijn liefde voor Maria en Michaël. Voor wie nooit heeft gevast blijft het echter een raadsel waarom Franciscus Ma- ria en Michaël zou eren door de tijdspanne tussen hun feestdagen vas- tend te verbinden. Wie niet weet wat vasten met je doet, zal nooit de betekenis van het vasten kunnen doorgronden. Ik moet dus, conclu- deerde ik toen, de lichamelijke ervaring bij mijn wetenschappelijk on- derzoek naar de spiritualiteit van Franciscus betrekken. De studie van de spiritualiteit is een merkwaardig terrein. Het gaat over de persoonlijke beleving van het geloof in de praktijk van het le- ven. In de spiritualiteit is bijvoorbeeld sprake van pelgrimages, mys- tieke ervaringen, meditaties, vasten, bijzondere waarnemingen of wer- ken met de handen. Maar deze toch zeer lichamelijke ervaringen wor- den doorgaans besproken in teksten die over teksten gaan. Het is op zich niet zo vreemd dat teksten betrouwbaarder worden geacht dan iv lichamelijke ervaringen. Teksten zijn grijpbaar. En hoewel ze ver- schillend kunnen worden geïnterpreteerd, kan men tenminste nog be- sluiten over welke tekst men het precies heeft. Lichamelijke ervarin- gen daarentegen zijn niet zo gemakkelijk grijpbaar. Daarvoor zijn ze te dichtbij. Ze kunnen wel worden gemeten als de onderzoeker ze ver- taalt in cijfers. Maar als ervaringen cijfers worden zijn ze van onze lichamelijkheid losgerukt en houden ze dus op ervaringen te zijn. Er- varingen zijn geen gegevens, geen ‘data’. Beter lijkt het ervaringen uit te drukken in verhalen. Maar ook dan zal de toehoorder of lezer ze pas begrijpen wanneer hij te rade gaat bij zijn eigen ervaringen: “Ja, het was daar koud, hè?” Alleen via de eigen ervaring kan ik bij de erva- ring van een ander komen. Ik besloot de mogelijkheid te onderzoeken om de spiritualiteit, zoals die in woorden gevat is, te ontsluiten door middel van lichamelijke praktijken. Omdat de wetenschappelijke taak niet alleen het verwerven van kennis is maar ook het overdragen van die kennis aan anderen, zocht ik naar een manier om niet alleen mijn eigen lichaam in te zetten maar ook dat van anderen. Als het verwerven van spirituele kennis via de eigen ervaringen gaat, dan geldt dat ook voor de overdracht van die kennis. Zo ontstond het idee voor een project, waarin verschillende mensen samenkomen om de franciscaanse spiritualiteit te leren ken- nen door op hun eigen bescheiden wijze Franciscus en Clara na te volgen in hun spirituele praktijken: door zich zelf terug te trekken in ingekeerdheid, door zelf te vasten, door te dragen, te voet te gaan, met de handen te werken. Het lijkt een beetje op een studiereis naar Assisi om zelf te ervaren hoe het is om daar rond te lopen. Maar in dit geval is het een reis in de eigen lichamelijkheid, hier en nu. Dit boek is dan ook in zekere zin een reisgids voor een lichamelijke verkenning van de spiritualiteit van Franciscus en Clara. Het lichaam en de lichame- lijke praktijken zijn eerder middel dan doel van dit onderzoek; het gaat hier niet in eerste instantie om het leren kennen van het eigen li- chaam, maar om het lichamelijk leren kennen van de franciscaanse spiritualiteit. Allereerst zal ik het belang van het lichaam in de franciscaanse spiritualiteit proberen aan te geven. Want deze spiritualiteit zal in ver- regaande mate bepalen hoe wij ons lichaam in het onderzoek inzetten, namelijk door Franciscus en Clara na te volgen. We komen uit op boetvaardigheid, niet te misverstaan als een persterij maar te verstaan als een oefening: een oefening in gevoeligheid en in liefde. Vervol- gens zal ik mij concentreren op het fenomeen van onze lichamelijk- v heid zelf. Bij de vraag naar wat ons lichaam is zullen de meesten eerst denken aan het organisme dat omsloten en in zekere zin begrensd wordt door onze huid. Maar de huid dient niet alleen ter bescherming en begrenzing van ons lichaam. De huid is gevoelig, dient om te voe- len en zo contact te maken met wat buiten het lichaam is, onze directe omgeving. Door de huid reikt het lichaam verder dan de huid en wordt het lichaam in feite groter. Uiteindelijk wordt ons lichaam niet gedefi- nieerd door het onderhuidse, maar reikt het tot aan de grenzen van wat wij voelen, ruiken, horen en zien. Ons lichaam is betrokken op zijn omgeving en maakt daar deel van uit. Ook omgekeerd geldt dat onze omgeving, waarop wij betrokken zijn, deel van ons lichaam is. Als wij bijvoorbeeld reageren op noodweer dat wij aan de horizon zien op- doemen, dan reikt ons lichaam – door haar betrokkenheid – tot aan dat noodweer aan de horizon. Om verwarring met de gangbare betekenis van het woord te voorkomen spreekt de filosoof daarom liever van “lichamelijkheid” in plaats van “lichaam” (Van Peursen 1970). Dat doe ik liever niet, omdat we het levende lijf dan vervangen door een uploads/s1/ god-aan-den-lijve-ondervinden-a4-formaat 1 .pdf

  • 30
  • 0
  • 0
Afficher les détails des licences
Licence et utilisation
Gratuit pour un usage personnel Attribution requise
Partager
  • Détails
  • Publié le Mai 06, 2021
  • Catégorie Administration
  • Langue French
  • Taille du fichier 0.3376MB