Amanita Muscaria: de baarmoeder van de grote religies. “Immers, de Joden verlan

Amanita Muscaria: de baarmoeder van de grote religies. “Immers, de Joden verlangen tekenen en de Grieken zoeken wijsheid, doch wij prediken de Gekruisigde Christus; een struikelblok voor Joden, een dwaling voor heidenen.” John M. Allegro (1923-1988) was een Britse deskundige op het gebied van de talen (Etymologie & Filologie), cultuur en geschiedenis van het Midden Oosten. In 1953 werd hij - als enige niet-Rooms Katholieke geestelijke - uitgenodigd om deel te nemen in het team dat de toen pas ontdekte ‘Dode Zee-rollen’ zou onderzoeken en vertalen. De eerste resultaten van zijn onderzoek omtrent de rollen leken onder meer uit te wijzen dat die geschreven waren door een kloostergemeenschap bij Qumran aan de Dode Zee. Verder leken ze zeer verrassend, te refereren aan oudere religieuze concepten dan het Christendom en Judaïsme. Dat bracht Allegro ertoe zijn onderzoek ook uit te breiden tot de geschiedenis van de oude religies van Babylon (waar de ‘Aartsvader’ van het Judaïsme, Christendom en Islam, Abraham oorspronkelijk vandaan kwam) en die van het nog oudere Sumer. Mogelijk mede geïnspireerd door het werk van R. Gordon Wasson die omstreeks dezelfde tijd aantoonde hoe ‘entheogene’ paddestoelen religies van verschillende exotische culturen hadden beïnvloed, meende Allegro ook sporen van dit fenomeen in de Sumerische en andere culturen te ontwaren. In 1970 schreef Allegro over de conclusies van zijn onderzoek het boek ‘The Sacred Mushroom and the Cross’ dat een bom legde onder de hele Christelijke leer, hetgeen met name binnen de Rooms Katholieke wereld zoveel stof deed opwaaien dat Allegro’s reputatie daarna door de Christelijke gevestigde orde als reactie doelbewust volledig onderuit gehaald werd. Ondertussen blijkt echter steeds meer dat zijn wetenschappelijke methoden correct waren en de uitkomsten vaak zeer vooruitstrevend en richtingwijzend. In concreto beweerde Allegro dat vele van de ‘heilige teksten’ waaronder delen van zowel Oude als Nieuwe Testament niet gelezen moesten worden als tekst op zichzelf maar als parabels gecombineerd met gecodeerde teksten van een zeer oude Mysterie-cultus die al terugging tot voor het begin van het Sumerische schrift en welke in het teken stond van een vruchtbaarheid-geloof waarin de paddestoel Amanita Muscaria (Vliegenzwam) centraal stond. Volgend op mijn artikel over ‘De Inwijding’ dat ook raakt aan de oude mysterie-cultussen, geef ik hieronder een samenvatting van ‘The Sacred Mushroom and the Cross’, vrij naar de Nederlandse vertaling van Allegro’s boek: De Heilige Paddestoel en het Kruis (1971, uitg. W. de Haan - Bussem). Mede omdat dit boek niet meer - nieuw - in de handel te verkrijgen is en als eerbetoon aan het baanbrekende werk van John M. Allegro! (En... mocht je je verbazen over de grote hoeveelheid.., ja, de ‘overdaad’ aan namen en woorden die worden geanalyseerd en verbanden die worden gelegd... We hebben het wel over duizenden jaren cultuurgeschiedenis!) Opmerking vooraf: om de leesbaarheid van het boek te waarborgen behandeld het tekstgedeelte in ‘The Sacred Mushroom and the Cross’ slechts oppervlakkig de zeer vele relaties tussen de oorspronkelijke Sumerische woorden en de diverse afleidingen daarvan in de latere culturen in Mesopotamië en elders. In de noten bij het boek is een zeer uitvoerige, zeer technische verantwoording (bijna 100 pagina’s) voor alle woord-afleiding die hij in het boek doet. Helaas kan ik hier vanwege de zeer grote complexiteit ervan, daar in het geheel niet op ingaan. Waarschuwing / vrijwaring: de Amanita Muscaria of Vliegenzwam kan wanneer deze ongeprepareerd geconsumeerd wordt ernstige maag- en buikkrampen veroorzaken. Daarbij komt dat er dodelijk-giftige paddestoelen in de Nederlandse natuur te vinden zijn die sterk op de Vliegenzwam lijken; zelf paddestoelen verzamelen en daarna consumeren is dus zeer gevaarlijk. Bovendien zijn er in de noordelijke landen die de Vliegenzwam leveren voor de handel dodelijke varianten van de soort Amanita Muscaria aangetroffen. Ook voor ‘Vliegenzwammen’ in het handelscircuit bestaan dus mogelijk risico’s. Wij nemen geen enkele verantwoordelijkheid voor het verzamelen, aanschaffen en/of gebruik van welke paddestoelen, planten en stoffen dan ook door lezers (of derden) van deze artikelenreeks. De Heilige Paddestoel en het Kruis Inleiding. De overgang van de mens van rondtrekkende ‘jager-verzamelaar’ naar ‘boer’ die zich op een vaste plek vestigde (Neolithische Revolutie) was een geleidelijke: eerst hakte hij ‘onkruid’ weg rond nuttige planten om deze meer ruimte te geven en een kans te geven zich te ontwikkelen. Later legde hij zelf kleine akkers aan en zaaide hierin zaad van nuttige planten of hij plantte stekken of wortels en schiep zo de voorwaarden voor betrekkelijk omvangrijke oogsten. Maar de eerste boeren hadden niet alles zelf in de hand: zon was er in de regel in overvloed maar met name de regenval was altijd een onzekere factor die hij niet kon beïnvloeden. Tot op zekere hoogte kon primitieve irrigatie soelaas brengen maar ook de waterstand in de rivieren was uiteindelijk afhankelijk van de hoeveelheid neerslag. Voor de eerste landbouwers was de regen daarom altijd een geschenk uit de hemel en zelfs een hemelse ‘vruchtbrenger’. Men ging de associatie leggen tussen het zaad waarmee men zelf de vrouwen bezwangerde en de regen die uiteindelijk ‘Moeder Aarde’ bezwangerde; men ging de regen zien als het ‘zaad’ van de Hemelse Vader (deze rolverdeling tussen ‘Hemelse Vader’ en ‘Moeder Aarde’ komen we overal in de oude culturen tegen). Daaruit voort kwam de grote uitdaging om op één of andere wijze met de Hemelse Vader in contact te komen om hem te bewegen zijn ‘zaad’ in voldoende mate over de akkers te werpen. De oudste rituelen die op de akkers uitgevoerd werden om dat te bewerkstelligen hadden vanwege de seksuele aard van het probleem, veelal een seksuele lading; zang, rij-dansen (vrglk. ‘line- dancing’), orgastische handelingen en ook de seksuele daad zelf. Paddestoelen speelden in dit verhaal een bijzondere rol omdat men gezien had dat deze onmiddellijk na regenbuien uit de grond kwamen en meestal enkele dagen later al weer verdwenen waren. Naast de nuttige gewassen werden paddestoelen dus eveneens sterk geassocieerd met de regen c.q. het zaad van de Hemelse Vader. Bovendien hadden verschillende van deze zeer speciale planten het vermogen om na consumptie ervan, ermee in hogere sferen te treden. Dit was al bekend in de tijd van de jager-verzamelaars; sjamanen gebruikten deze methode al sinds mensenheugenis om de geesten van bij jacht en verzamelen gedode dieren en planten mild te stemmen of tot de orde te roepen, als deze ziekten of ander ongeluk veroorzaakten bij de stamleden. De sjamanen waren daarna, na de opkomst van de landbouw en de groeiende en complexere samenlevingen die daarbij behoorden, priesters geworden, en vanwege de status en macht die dat met zich meebracht maar ook omdat de vruchtbaarheidsgod zelf moeilijk tot communicatie was te bewegen, hielden zij hun kennis zorgvuldig geheim; ze werd slechts mondeling aan ingewijde vertrouwelingen doorgegeven vooral in de vorm van parabels en mythen waarin de planten en dieren veelal ‘gepersonifieerd’ werden. Ook na de uitvinding van het schrift werd deze kennis slechts mondjesmaat aan het papier toevertrouwd en dan alleen in verborgen en verdraaide woorden. En dan bijna uitsluitend in tijden van nood wanneer de ‘fundamentele’ kennis verloren dreigde te gaan. Dit zou bijvoorbeeld ook gebeurd zijn bij de vernietiging van Jeruzalem en de Tempel aldaar en de daarop volgende verstrooiing van het Joodse volk door de Romeinen na de verloren ‘Joodse Oorlog’ (66 tot 70 n. Chr.). Omstreeks die tijd zou het Evangelie van Marcus zijn ontstaan; het meest abstracte, metaforische evangelie, waar de evangeliën van Mattheüs en Lucas van afgeleid zijn, welke laatste twee veel meer details geven over het vermeende ‘werkelijke’ leven van Jezus. De meer abstracte, Nieuw Testamentische Jezus, ‘Zoon van God’ die in met name het evangelie van Mattheüs wordt opgevoerd, zou echter niets anders zijn dan de gepersonifieerde Amanita Muscara: de Vliegenzwam. De conclusie dat het Christendom van oorsprong een mysterie-cultus was rond de vruchtbaarheidsreligie van de Amanita Muscaria is af te leiden uit de taal, of beter: uit de namen van planten en goden welke terug te duiden zijn tot in de vroegste landbouwcultuur in het Midden Oosten die over een ‘schrift’ beschikte, namelijk die van de Sumeriërs welke teruggaat tot het vierde millennium v. Chr. En omdat deze superieure cultuur met zijn unieke landbouwkennis, in de tientallen eeuwen daarna die van het hele Midden Oosten, Zuid en Zuid-Oost Europa en zelfs West-Azië beïnvloed heeft, vinden we overal in die respectievelijke culturen ook dezelfde daarmee verbonden (onder meer religieuze) concepten en zelfs dezelfde namen of afgeleiden terug. En natuurlijk ook in de op de Sumerische cultuur volgende Babylonische cultuur waarvandaan zoals gezegd de ‘Aartsvader’ Abraham kwam. Het Sumerische schrift heeft zich ontwikkeld uit kleine tekeningetjes, zogenaamde ‘ideogrammen’. Een ‘Vreemd Land’ werd bijvoorbeeld uitgedrukt door een heuvel; tenslotte woonde de Sumeriër zelf op de laagvlakten in het Tweestromenland. ‘Liefde’ werd uitgedrukt als een fakkel die brandde in een baarmoeder. Het voor ons onderwerp bijzondere idee van ‘Zonde’ werd uitgedrukt door een - buiten de baarmoeder - ejaculerende penis. Later ontstonden combinaties van tekentjes en nog later ontstond hieruit het spijkerschrift. Het onvoorstelbare is nu dat door de eerste teksten, woorden, namen en tekeningetjes tot in hun oorsprong te analyseren, het uiteindelijk mogelijk is zelfs tot binnen de deuren van uploads/Geographie/ sam-en-vatting-de-heilige-paddestoel-en-het-kruis.pdf

  • 25
  • 0
  • 0
Afficher les détails des licences
Licence et utilisation
Gratuit pour un usage personnel Attribution requise
Partager