1 College 1 Termen: Form-meaning relation Icon Symbol Sign Syntagmatic Paradigm

1 College 1 Termen: Form-meaning relation Icon Symbol Sign Syntagmatic Paradigmatic Arbitrariness Productivity Reflexivity Alphabetic Logographic Sign Languages Formal Linguistics Functional Linguistics Functies taalwetenschap: - Beschrijving taalgebruik als hulp bij communicatie; doorgeven van betekenis - Beschrijving van het systeem dat eraan ten grondslag ligt - Beschrijving van unieke aspecten van taal voor de mens (6 design features) - Ontwikkelen van theorie over hoe taal in ons hoofd zit - Bestudering verschillen en overeenkomsten tussen talen in de wereld (typologie, historische taalkunde) Communicatie: - Het is ‘joint action’: altijd meerdere partijen: spreker/hoorder - Noodzaak iets zinnigs te zeggen - Noodzaak elkaar te begrijpen: systeem van conventies Taalkunde is descriptief, niet prescriptief: het gaat om wat mensen zeggen, niet om wat ze zouden moeten zeggen. Taal is menselijk: - Wij zijn creatiever dan dieren (bv. geen verleden tijd, kleiner arsenaal, puur informatief. Ook: meestal net optioneel (is aangeboren) ook geen besluit over waarschuwen of niet. Verder weinig of geen combinatiemogelijkheden). Maar wel: betekenis en teken vaak arbitrair. - 6 design features – Charles Hockett o Arbitraire vorm/betekenisrelatie (hebben geen noodzakelijke binding) o Abstract (displacement): niet gebonden aan hier en nu: het is mogelijk om te spreken over dingen die niet aanwezig zijn o Culturele transmissie: het is genetisch bepaald dat we de mogelijkheid hebben om te spreken, maar het wordt wel geleerd door uitwisseling. o Dualiteit: taaluitingen vinden gelijktijdig plaats op het niveau van de vorm en de betekenis o Productiviteit: er kunnen nieuwe betekenissen gevormd worden door het vormen van nieuwe uitdrukkingen en uitingen o Reflexiviteit: woorden gebruiken om over woorden te spreken. Vorm en betekenis - De vorm zijn de klanken die afzonderlijk geen betekenis hebben 2 - De vorm heeft een betekenis: woorden verwijzen oa naar een voorwerp of handeling, zinnen naar gebeurtenissen - Relatie: ‘toevallige’ (niet gemotiveerde) conventies: woordjes hebben een conventionele betekenis (behalve bij klanknabootsing) Taal; een verzameling conventies - Een regelmatige arbitraire conventie - Productief - Abstract - Arbitrair - Gedeelde kennis - Reflexief - Enig nut  Als conventies gedeeld worden gaat communicatie vanzelf Non-verbale talen - Natuurlijke gebarentaal (compleet) - Gebaren bij spraak (niet compleet) - Gebaren zijn minder arbitrair - Ook: lichaamstaal, handelingen, schrift Talige elementen (van klein naar groot) 1. Klanken (fonetiek, fonologie) 2. Woordvorming (morfologie) 3. Woorden (lexicon) 4. Structuur (zinsbouw = syntaxis, grammatica) 5. Tekst (taalhandelingen, discourse) Taal is niet alleen woordjes en grammatica, maar ook pragmatiek: welke regels bestaan er voor het passe4nd gebruik van zinnen en combinaties van zinnen in verbale interactie. Sign (teken): een fundamentele eenheid opgebouwd uit twee inherente componenten, de vorm (form) ofwel ‘signifier’ en de betekenis (meaning) ofwel ‘signified) Icoon: de vorm heeft enige overeenstemming met de betekenis, bv twee vingers opstken Symbool: de vorm heeft geen relatie met de betekenis, verwijst alleen maar vanuit de conventie Syntagmatische relatie: de relatie tussen tekens die samen een uiting vormen. Bv. een mooie dag, ‘mooie’ beschrijft ‘dag’ en is daardoor afhankelijk. Het vormt samen een eenheid. Paradigmatische relatie: het contrast tussen twee tekens zorgt voor de relatie. Bv. ik – hij, zij, jullie, maar niet boek, wil, over enz. Alfabetisch schrift: een schrijfsysteem dat gebruik maakt van een set symbolen die ieder voor een fonemisch segment staat. Logografisch schrift: een schrijfsysteem waarin ieder symbool een woord of morfeem representeert. Gebarentaal: de lexicale en grammaticale eenheden worden weergeven dmv manuele gebaren en andere lichaamsbewegingen. 3 Formele linguïstiek (Noam Chomsky) de traditie om taal zoveel mogelijk als een autonoom, intern samenhangend systeem te bestuderen, juist zoveel mogelijk onafhankelijk van kwesties die in de andere wetenschappen worden bestudeerd (generatieve grammatica). Functionele linguïstiek: (André Martinet, Michael Halliday) de traditie om taal zoveel mogelijk als geïntegreerd, sociaal systeem te bestuderen, als product en tegelijk producent van sociale verhoudingen (geënt op Saussure) – (Functionele grammatica – Simon Dik, West Coast functionele grammatica, cognitieve grammatica – Ronald Langacker, constructie grammatica – Charles Fillmore) Summing up Linguistics, the scientific study of language, has its roots in our everyday knowledge of, thinking about, and talking about language. This everyday thought is often prescriptive. By contrast, modern linguistics has a descriptive orientation: it is an empirical endeavor, concerned with describing and accounting for patterns in speech and language. To do this theory is essential: modern linguistics is dominated by two opposing theoretical orientations, formal and functional. One of the most fundamental notions of modern linguistics is the sign, a unit made up of a form paired with a meaning. Most linguistic signs are arbitrary. The connection between the form and the meaning being established purely by convention. Such signs are symbols. Some linguistic signs, however, display likeness between their form and meaning: these are icons. The signs of a language form a system, a primary characteristic of which is the relationships amongst the signs, which are either paradigmatic or syntagmatic. To distinguish language from other systems of communications, Hockett proposed a set of design featurs of human language, including: arbitrariness, displacement, cultural transmission, duality, productivity and reflexivity. Speech is the primary medium of human languages. It is historically prior to writing, which is a recent invention, dating back only a few thousand years. Most languages are virtually exclusively spoken; many writing systems have emerged only in the last century, and many are used quite irregularly. An alternative medium for the representation of languages is gesture, and in many deaf communities sign languages are used in which words are represented by gestures. These are full languages satisfying Hockett’s design features, and are lexically and grammatically distinct from the surrounding spoken languages. 4 College 2 Termen: Allophone Consonant Diphthong Free variation IPA Intonation Manner of articulation Vowel Minimal pair Phoneme Place of articulation Stress Syllable Tone Voicing (stemhebbend/stemloos) De mens gebruikt een uniek klanksysteem dat per taal verschilt. Klanken: - Niet hetzelfde als letters – dezelfde kant kan door verschillende letters worden weergegeven, dezelfde letter kan verschillende klanken hebben, een cominatie van letters geeft één klank weer, sommige letters worden helemaal niet uitgesproken. - Klanken kunnen niet afzonderlijk worden uitgesproken. - Klanken kunnen wel geïsoleerd en beschreven worden (IPA – International Phonetic Alphabet – ontwikkeld om alle klanken van alle talen weer te kunnen geven). - ‘Pulmonic’ (van de longen) consonanten en klinkers o Consonanten zijn klanken die zo worden gearticuleerd dat de luchtstroom het mondkanaal niet ongehinderd kan passeren (medeklinkers). Akoestisch gezien zijn het klanken met een onregelmatig trillingspatroon. o Vocaal: klanken die zo worden gearticuleerd dat de luchtstroom het mondkanaal ongehinderd kan passeren (klinkers). Fysisch gezien zijn het klanken met een regelmatig trillingpatroon - Stemhebbend en stemloos; stemhebbende medeklinkers worden gevormd door de lucht die door de longen in het spraakkanaal wordt geperst om de stembanden in trilling te brengen. De stemloze medeklinkers hebben geen trilling van de stembanden. Klinkers hebben altijd een trilling - De plaatsen van articulatie o Lippen (op elkaar, onderlip tegen bovenkaak) o Tanden (tong en boventanden, soms ook tussen boven en ondertanden; interdentals) o Aveolar (tong net achter de boventanden) o Gehemelte o Velaar – achterste (zachte) deel van het gehemelte o Huig o Keel o Stembanden - Manieren van articulatie o Stops: plof, wrijf (stemhebbend en stemloos) o Nasale klanken: neusklanken (meestal stemhebbend) 5 o Wrijfklanken (fricatieven): klanken die zo worden gearticuleerd dat er een vernauwing van het mondkanaal optreedt. De lucht schuurt dan door de nauwe opening waardoor het schurend of sissend geluid ontstaat. o Affricaten zijn een combinatie van een explosief en een fricatief, in deze volgorde (Bv. /ts/, /pf/) o Lateralen worden zo gearticuleerd dat de lucht via de zijwanden van de mondholte ontwijkt (in het NL de /l/) o Rol-klanken worden zo gearticuleerd dat de luchtdoorgang snel een aantal malen achter elkaar wordt afgesloten en geopend o Glijklanken (halfvocalen), de consonanten die het meest op vocalen lijken doordat ze op eenzelfde manier worden gearticuleerd, maar met een iets nauwere doorgang voor de luchtstroom o Klinkers:  Hoge klinkers: een klinker met het hoge punt van de tong relatief hoog in de mondholte, te verdelen in ‘high front’ (voor in de mondholte) en ‘high back’ (achter in de mondholte)  Midden klinkers: een klinker met het hoge punt van de tong in relatief neutrale positie in de mondholte, ook te verdelen in voor en achter, maar ook in het midden van de mondholte  Lage klinkers: een klinker met het hoge punt van de tong in relatief lage positie in de mondholte, voor en achter mogelijk Diftongen: een combinatie van twee klanken die een nauwe eenheid vormen – ook wel ‘tweeklanken’ genoemd. Syllaben: een minimale eenheid van klankproductie, normaal samengesteld met een klinker of glijklank die mogelijk gevolgd of voorafgegaan wordt door een consonant. Lijkt op een lettergreep, maar niet exact hetzelfde. Prosodie: het totaal van eigenschappen van een uiting met betrekking tot: - Klemtoon: een syllabe dat prominenter is door lengte, sterkte en/of hogere toon dan de andere syllaben in een woord - Toonhoogte: het verschil tussen de hoogte van de tonen door de frequentie van de vibratie van de stembanden. Toonhoogte kan de intonatie bepalen, maar er ook toe leiden dat een ander woord wordt uploads/Litterature/ samenvatting-taalwetenschap.pdf

  • 22
  • 0
  • 0
Afficher les détails des licences
Licence et utilisation
Gratuit pour un usage personnel Attribution requise
Partager